Een hoogtekamer in Thialf brengt TeamNL Shorttrack naar de top ...

25 januari

De Nederlandse shorttrackploeg staat internationaal steeds meer op de kaart. Afgelopen jaar nog won onder andere zowel de heren- als de damesploeg de WK-titel op het onderdeel relay (aflossing). De shorttrackselectie is altijd alert op manieren om nog beter te presteren en proberen daartoe andere trainingsmethoden uit. Een voorbeeld is de zogenaamde hoogtekamer, die in 2019 in Thialf is gebouwd. Hoe is deze trainingsvorm ontstaan en wat levert het trainen in de hoogtekamer op?

Steeds opnieuw sprinten

Bjorn de Laat is embedded scientist bij de KNSB en als zodanig vanaf het eerste uur betrokken bij het hoogtekamer-project. In de zomer van 2018 stapt Jeroen Otter, bondscoach van het Nederlandse shorttrack-team, op hem af. 'Hij was op een wetenschappelijk artikel gestuit waarin stond dat je bij herhaalde sprints beter presteert als je op hoogte traint. Deze publicatie ging over fietsen, maar het principe bij relay in het shorttrack is hetzelfde. Immers, daarbij moet iedere shorttracker steeds opnieuw weer de sprint aantrekken. Bij de vrouwen vier of vijf keer, bij de mannen zelfs zeven of acht keer – met rust tussendoor als de andere drie teamleden hun rondjes rijden. Zeker tijdens de laatste rondjes eist de vermoeidheid vaak zijn tol.’

'Jeroen Otter was op een wetenschappelijk artikel gestuit waarin stond dat je bij herhaalde sprints beter presteert als je op hoogte traint.'

Bjorn de Laat, Embedded Scientist van het Nederlands shorttrack-team

Meteen enthousiast over het idee om hier iets mee te doen, zoekt De Laat contact met  Topsport Topics. Die organisatie, waar het NOC*NSF ook bij betrokken is, voorziet de sportpraktijk van nieuwe wetenschappelijke informatie en beantwoordt vragen uit de nationale topsportprogramma’s op basis van de wetenschap. ‘Drie keer per jaar komt Topsport Topics bij ons langs om o.a. voor ons relevante artikelen te presenteren. Wij hebben hen gevraagd of zij iets in het artikel van Otter zagen. Ook vroegen we hen om in andere bronnen te checken of herhaalde sprints beter uitgevoerd worden in de hoogte. Op beide vragen kregen we een bevestigend antwoord.’

Ook legt de KNSB contact met het NOC*NSF, Innovatielab Thialf en Topsport NOORD om een hoogtekamer te realiseren in Thialf. ‘We dachten direct: als dit inderdaad werkt, hebben we goud in handen. Het creëren van een hoogtekamer in Thialf stond daarom bovenaan ons wensenlijstje. De wetenschappelijke ondersteuning hadden we al. Dankzij budget dat vanuit het NOC*NSF vrijkwam, kregen we ook met Topsport NOORD de beschikking over de financiële middelen om het idee te realiseren. Topsport NOORD wilde de kamer bovendien onderhouden, net zoals het krachthonk in Thialf.’ Een mooie verrijking van de test- en meetomgeving van Thialf, die met de komst van Innovatielab Thialf al steeds verder uitbreidt.

Loodzware training

Zo gezegd, zo gedaan. Voortaan hoeven de shorttrackers dus niet te wachten tot hun zomerperiode in Font Romeu (Frankrijk) of naar Papendal af te reizen om op hoogte te trainen, maar kunnen ze daarvoor eenvoudigweg de ruimte in Thialf binnenstappen. Iets waar de sporters gretig gebruik van maken. ‘De hoogtekamer is vijftien m². Een buis die door de muur steekt, voert zuurstof af en koolstofdioxide aan. Het zuurstofgehalte is hierdoor vanzelfsprekend lager, vergelijkbaar met de beschikbare hoeveelheid zuurstof op drieduizend meter hoogte.’

Om echt het verschil te maken wordt er loodzwaar getraind in de hoogtekamer en liggen de sporters naderhand een tijdje na te hijgen op de grond buiten de hoogtekamer waar het zuurstofgehalte weer normaal is. ‘Destijds stonden er vier wattbikes, luxe spinningfietsen, in de hoogtekamer. Hun training bestond uit drie setjes van vijf keer tien seconden sprinten, met twintig seconden rust tussendoor. Vanwege het gebrek aan zuurstof was de tank bij de meesten al leeg na drie keer sprinten. En dan moet je nog twaalf keer… Trainen in de hoogtekamer ging bij de shorttrackers dan ook meestal gepaard met de nodige tegenzin.’

Ondanks het matige enthousiasme voor de training zelf, stond voor zowel staf als sporters vooral de vraag centraal: levert het wat op? ‘Het is natuurlijk altijd een uitdaging om te achterhalen welke factoren bepalend zijn voor succesvolle prestaties. Wij hebben een kleine proef uitgevoerd. Een aantal shorttrackers kon gedurende zes tot acht weken niet in de hoogtekamer trainen vanwege een blessure. De anderen deden dat wel. Bij hen zag je na die periode dat zij vooral in de laatste sprintjes op een relatief hoger vermogen konden fietsen. Kortom: zij waren langer in staat een flinke krachtsinspanning te leveren. Uiteraard is dit maar een zeer beperkt onderzoek, maar toch kwam het overeen met wat we al in de wetenschap zagen.’

In de toekomst op een schaatsplank?

Vanaf het eerste jaar dat Covid-19 Nederland binnendrong, verminderde het gebruik van de hoogtekamer aanzienlijk. In plaats van vier personen tegelijkertijd mag er conform de maatregelen nu maar één sporter per keer in de ruimte zijn. Bovendien moet die daarna drie uur ‘geventileerd’ worden volgens de corona-reglementen, in plaats van dat de volgende gebruiker al na vijf minuten naar binnen mag. Niettemin juicht De Laat de aanwezigheid van de hoogtekamer nog steeds toe. ‘Met de fietsen zien we al verschil in de sprintprestaties. Nu kijken we naar mogelijkheden om de schaatsbeweging na te bootsen in de hoogtekamer, bijvoorbeeld met een schaatsplank.’

Inge Stoter, manager Innovatielab Thialf: “Deze hoogtekamer is een aanwinst voor de test- en meetfaciliteiten van Thialf. Niet alleen voor deze innovatieve trainingsmethode, maar ook voor andere inspanningstesten. Doordat je de temperatuur goed kunt instellen en constant kunt houden, kan de kamer ook gebruikt worden voor bijvoorbeeld VO2max-testen, zoals in het project Coach in Control is gebeurd.”

In de weken voorafgaand aan de Olympische Spelen, waarin de shorttrackers hun trainingsintensiteit langzaam afbouwen, zijn zij niet of nauwelijks meer in de hoogtekamer te vinden. De Laat: ‘Het kost tijd om te herstellen van zo’n belastende training. De focus ligt nu op fris en fit worden. En het zou natuurlijk de beste uitkomst zijn als de noeste arbeid in de hoogtekamer zich op het ijs uitbetaald.’

 

Vorige pagina